Het verschil tussen horen en spraak verstaan


Voor mensen die goed kunnen horen bestaat er eigenlijk geen verschil tussen horen en spraak verstaan. Horen is immers vanzelfsprekend? Daar hoef je toch niet bij na te denken? Pas als je gehoor achteruit gaat, en zeker als horen echt een probleem wordt, krijg je te maken met dit moeilijke verschil tussen horen en spraak verstaan.

Horen is eigenlijk niets meer of minder dan het waarnemen van geluid. En iedereen die kan horen neemt geluiden uit zijn omgeving waar. Soms bewust, vaak onbewust. Wie door de stad loopt zal niet aandachtig bij elk omgevingsgeluid stilstaan. Het is normaal, al dat geroezemoes en het meeste kunnen we negeren. Sommige klanken kunnen we juist van genieten, zoals een carillon op een zonnige ochtend als we naar de markt gaan. Je hoort het, je denkt, “wat leuk, daar zit iemand zijn best te doen” en je gaat weer verder.

Dat is horen. Het blijft iets vanzelfsprekends waar je niet bij stil hoeft te staan. Maar als je, zoals ik, geconfronteerd wordt met een alsmaar afnemend gehoor, dan valt die vanzelfsprekendheid weg. Elk geluid dat ik nog waarneem, hoor ik des te bewuster. Maar eigenlijk hoor ik nog maar zo weinig. Het omgevingsgeluid valt steeds meer weg.

Tussen spraak horen en spraak verstaan zit een wereld van verschil. Probeer eens te praten zonder je mond open te doen. Er komen dan wel klanken uit je keel, die zelfs wel een beetje op de woorden lijken die je wilt uitspreken, maar het is en blijft een onverstaanbare klankenbrij. Wie naast je zit zal er helemaal niets van begrijpen.

Zo klinkt het in mijn wereld, als ik spraak hoor. Met een beetje geluk hoor ik nog net dat er geluid gemaakt wordt, maar het zijn klanken die zonder enige betekenis blijven. Ik versta er letterlijk geen woord van. Gelukkig heb ik mijn gehoorapparaat waarmee de onverstaanbare klankenbrij toch weer zo verduidelijkt wordt, dat ik de woorden kan verstaan. Dan wordt horen ineens weer spraak verstaan. Dan gaat het niet alleen maar om onbegrijpelijk geluid, maar verstaan wat er gezegd wordt.

Horen kan ik slecht, spraak verstaan wordt alsmaar moeilijker. Zo is en blijft de bittere werkelijkheid. We doen wat we kunnen, ik ben niet voor niets bezig met een CI-implantaat. Want ik wil erbij blijven horen. En dat kan alleen als ik niet alleen wat kan horen, maar ook spraak kan blijven verstaan. Dat is wat er gebeurd, als horen zijn vanzelfsprekendheid verliest


Met dank aan Bas Meisters